PERS IN ADEMNOOD, MEDIA DOODZIEK (6)

May 31, 2025

De ingebrekestelling: een rode draad van verzinsels.

Met een 6 pagina’s lange brief van 26 mei 2000 kondigde Christian Van Thillo de ingebrekestelling aan van onze 27 jarenlange samenwerking. Wat daarin stond tartte elke verbeelding. Ik was er zo kapot van dat ik fysiek noch mentaal in staat was daar onmiddellijk adequaat op te reageren. Het zou me jaren vragen om de ganse draagwijdte ervan te doorgronden, en het valse narratief op basis van desinformatie, misleiding, framing, manipulatie en ronduit leugens te ontrafelen en te ontkrachten. Constant vroeg ik mij af wie verzint zoiets?

Wat vooraf ging: Alleen zetelend kort geding rechter Evrard Janssens de Bisthoven gaf Christian Van Thillo carte blanche om ons partnership van 27 jaar eenzijdig op te breken en al mijn rechten in te pikken. Zijn arrest van 6 november 2000 zou twee keer in beroep vernietigd worden, op 31 mei 2001 en op 10 januari 2006. Het kwam erop neer dat Christian Van Thillo de situatie van voor zijn ingebrekestelling moest herstellen zolang er geen definitieve uitspraak was die met geen enkel rechtsmiddel nog kon worden bestreden. In mensentaal: ons partnership was intact. Hij moest mij laten verder werken en mijn financiële rechten blijven betalen tot er een arbitragesententie definitief uitsluitsel gaf. Maar er gebeurde niets. Het was het begin van een justitiële mallemolen die vijftien jaar lang zou duren maar het grootse kwaad was reeds geschied.

Vulgaire afrekeningen

De brief van de ingebrekestelling van Christian Van Thillo van 26 mei 2000 kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zijn officiële brieven van 10 januari en 21 februari 1997 gingen over ‘relationele problemen’ zonder ze expliciet te benoemen. In de brief van 21 februari 1997 had Christian Van Thillo het wel voor de eerste keer over een zaak die voor mij een wake up call had moeten zijn.

Hij schreef mij dat hij had ‘vernomen’ dat ik een niet nader genoemde directeur-generaal van een belangrijk productiehuis dat toelevert aan VTM had afgedreigd door te zeggen dat ik zijn programma met Goedele Liekens met de grond gelijk zou maken. Het was hem zelf ook niet ontgaan, schreef hij, dat het programma Goedele buiten alle proporties met de grond werd gelijkgemaakt. Hij had het over de tv-recensies die Mathias Danneels in alle onafhankelijkheid voor zijn wekelijkse veel gelezen rubriek Gezapt schreef, ongeacht over wie het ging en door wie het programma werd gemaakt.

In de brief van de ingebrekestelling van Christian Van Thillo van 26 mei 2000 werden de recensies van Mathias waarnaar Christian Van Thillo in zijn brief van 21 februari 1997 had verwezen, deel van wat hij ‘vulgaire afrekeningen’ noemde. Ik kom in een volgende post uitgebreid terug op de Goedele-saga.

We werkten gefocust verder zoals we dat altijd hadden gedaan. Het succes van Dag Allemaal en de andere titels bleef groeien, de financiële resultaten van Sparta bleven stijgen en waren veruit de beste van de groep. Ik lanceerde nieuwe tijdschriften, Autowereld en Genieten. Twee titels waren nog in een embryonaal stadium, een nieuwsweekblad Global en het ultieme vrouwenweekblad Eva. Ik zou de kans niet meer krijgen om ze te realiseren.

Vlammend requisitoir

De aanleiding voor de ingebrekestelling van 26 mei 2000 waren mijn kritische interviews over de pers in De Tijd en de Gazet van Antwerpen van 6-7 mei 2000. Daarop volgde de valse beschuldiging in De Morgen van 8 mei dat ik de mogelijke beursgang van De Persgroep zou hebben gelekt. Christian Van Thillo had het over een vertrouwensbreuk. Maar omdat hij heel goed wist dat die beschuldiging van het lek niet klopte, trok hij alle registers open om een vlammend requisitoir van zes pagina’s te spinnen, gelardeerd met krachttermen en zinsneden die constant zullen terugkeren in elke commutatie van hem en tijdens de besluiten voor de arbitrageprocedure die uiteindelijk ons geschil zou moeten beslechten. 

Ik werd voor de eerste keer geconfronteerd met een lijst van feiten en beschuldigingen waarvan vele totaal nieuw waren voor mij. Het was misselijkmakend. Het kostte mij dagen vooraleer ik erin slaagde de ganse brief tot het einde te lezen. De premisses, vermoedens, framing, gespin en ‘van horen zeggen’ zonder harde onweerlegbare bewijzen, hakten er diep in. Ik zag door het bos de bomen niet meer.

Elke keer dat ik mij de dagen en weken daarna oplaadde om de tekst van de ingebrekestelling zo gefocust als mogelijk te herlezen, ontdekte ik nog meer finesses, nuances en leugens die me waren ontgaan. Maar omdat ik mij nooit had beziggehouden met het systematisch bijhouden en inventariseren van wat er de voorbije decennia tijdens onze samenwerking allemaal was gebeurd, zat ik vanaf het begin opgescheept met een levensgroot probleem. Het zou een zenuwslopende zoektocht worden van jaren naar documenten en getuigen die uiteindelijk bereid waren om publiekelijk hun versie van het verhaal te geven.

Oeverloos belachelijk


Binnen het opzet van deze blogpost zou het fileren van een sterke aanklacht uit het requisitoir van Christian Van Thillo kunnen volstaan — een analyse die in één klap de relevantie en geloofwaardigheid van de rest onderuit zou halen. Ik ga het daarbij niet laten. Alles moet op tafel. De volledige ingebrekestelling wordt de komende weken onder de loep genomen. Het is leerrijk praktijkonderricht dat je niet in managementscholen verneemt, vermoed ik.        

In een alinea nam Christian Van Thillo op zo’n flagrante en onthutsende manier een loopje met de realiteit dat ik mij afvroeg wie verzint zoiets. Het zal niet de eerste keer en ook niet de laatste keer zijn dat ik mij dat afvraag. Verwijzend naar al mijn zogezegde tekortkomingen, afwezigheden, afrekeningen enzovoort enzoverder, concludeerde hij:                                                   

 "De resultaten van Sparta zijn de laatste jaren dan ook niet gunstig geëvolueerd. Van een ‘parcours sans faute’ is er al lang geen sprake meer (…) Vijf jaar geleden heb ik vurig gepleit voor een nieuwe overeenkomst, zowel bij onze Raad van Bestuur als bij ons management. Ondanks jouw zware financiële eisen was het mijn overtuiging dat een nieuwe contractuele relatie een einde zou stellen aan de onprettige samenwerking voordien en dat het het begin zou zijn van een formidabele expansie onder uw enthousiaste leiding. Ik heb me verschrikkelijk vergist en ik heb me oeverloos belachelijk gemaakt naar mijn collega’s en bestuurders toe."

Resultaten niet gunstig geëvolueerd? Mijn zware financiële eisen? Zich verschrikkelijk vergist? Zich oeverloos belachelijk gemaakt? 

Het fiftyfifty partnership

Misleiding, manipuleren, desinformatie en het verzwijgen van feiten creëeren een vals narratief dat met de realiteit nog maar weinig te maken heeft. Het was een constante in het discours van Christian Van Thillo. Als je daar zelf niet mee bezig bent, loop je constant achter de feiten aan.

In 1992 hadden uitgeverij Sparta en ik het fiftyfifty partnership Special Interest Media (SIM) opgericht. De naamloze vennootschap zou vanaf dan elk nieuw blad uitgeven dat ik nog zou creëren. Het eerste blad dat ik ervoor lanceerde was het maandblad “Goed Gevoel”. Een maandblad is gemakkelijker te behappen en het financieel risico is beperkt. Het werd een instant succes en, dat had ik zeker niet verwacht, het was winstgevend vanaf het eerste nummer. In de flow van dat succes begon ik aan de voorbereidingen voor een nieuw weekblad, TV-Familie.

Het concept van dat blad sloot naadloos aan bij de strategische visie om het succes van Dag Allemaal niet alleen te beschermen, maar verder uit te bouwen. Als betaalbaar celebrityblad zou het de concurrentie aangaan met populaire titels als Story en Zondagsnieuws, evenals met de Nederlandse roddelbladen Privé en Weekend, die hun intrede op de Vlaamse markt aankondigden. Tegelijk zou het Dag Allemaal de mogelijkheid bieden om dat segment los te laten en zich volledig te richten op de concurrentiestrijd met zijn grootste rivaal: Humo. De rol van TV-Expres was op dat moment reeds grotendeels uitgespeeld.

Zoveelste woordbreuk

Enkele weken voor TV-Familie in de krantenwinkel moest liggen, pleegde Christian Van Thillo woordbreuk. Hij weigerde om het blad door SIM te laten uitgeven wat we voordien zowel mondeling als schriftelijk waren overeengekomen. Hij eiste dat Sparta de titel zou uitgeven.

TV-Familie zou de verkoop van Dag Allemaal stoppen of zelfs kannibaliseren en dus verminderen, had zijn commercieel directeur Eric Claeys hem in het oor gefluisterd. In de wandelgangen voegde Eric Claeys er nog wat leugenachtige retoriek aan toe. Ik zou eigenlijk TV-Familie lanceren met als ultieme doel het succes van Dag Allemaal over te nemen omdat ik daardoor met mijn vijftig procent aandeelhouderschap in SIM veel meer zou gaan verdienen.

Het was te belachelijk voor woorden. Het goedkope TV-Familie van een 68-tal pagina’s met hoofdzakelijk trivia en celebrity nieuws en met een summiere tv-gids van enkele pagina’s voor de gewoontekijker kon nooit een bedreiging zijn voor het erg succesrijke Dag Allemaal dat stond als een burcht. En met wie zou ik dat plan moeten gaan uitvoeren?


En toch kwam Christian terug op onze afspraak. Hij eiste dat TV-Familie niet via SIM, maar door Sparta zou worden uitgegeven. Tegelijk stelde hij voor om nieuwe ‘goede’ contracten te onderhandelen voor de titels die ik in de toekomst nog zou creëren. Hij gaf me ook de keuze om dan maar geen bladen meer te maken als ik het niet eens was met zijn veto.

Ik antwoordde ontgoocheld. Ik legde hem nog eens uit dat TV-Familie geen enkele bedreiging kon zijn voor Dag Allemaal maar integendeel ons kroonjuweel zou versterken in zijn concurrentiestrijd met Humo. En ik concludeerde dat we sedert 1995 uitstekende contracten hadden en ik de noodzaak niet inzag om opnieuw maandenlang te gaan onderhandelen voor een nieuwe overeenkomst.


Uiteindelijk besliste ik om het blad niet uit te brengen. Ik liet Christian weten dat het mij niets uitmaakte als hij iemand anders wilde zoeken om in de toekomst nieuwe tijdschriften voor Sparta te ontwikkelen. Ik was tevreden met onze samenwerking rond Joepie en Dag Allemaal, en met mijn fiftyfifty partnership in SIM, dat Goed Gevoel uitgaf. Maar dat zag hij niet zitten. We zaten muurvast, in een impasse die hij zelf had gecreëerd.

Christian en Christophe Convent begonnen de weken daarna met een charmeoffensief. Convent verscheen zelfs een aantal keren op de redactie wat hij voordien nooit had gedaan. Ze stelden voor dat we een nieuw alles omvattend partnership zouden afsluiten waarbij alle vragen en verzuchtingen voor beide partijen van het verleden en voor de toekomst voor eens en voor altijd opgelost zouden zijn. Dat klonk overtuigend en hoopvol. Ik ging op hun vraag in. Het leidde tot nieuwe contractbesprekingen die ‘een jaar duurden om mij ter wille te zijn’, nog zo’n misleidend zinnetje dat Christian Van Thillo tot vervelens toe zal herhalen in al zijn correspondentie en in de besluiten voor de arbitrage. De realiteit was compleet het tegenovergestelde.

Hoe zwaar mijn financiële eisen wogen en hoe ik hem uiteindelijk ter wille was en zijn zin gaf voor de meeste van zijn voortdurend nieuwe eisen, zal ik haarfijn uit de doeken doen in een latere post. Van het ontwerp van princiepsakkoord waarover onderhandeld zou worden, bleek na een jaar nog maar weinig over te blijven. Telkens mijn onderhandelaar mij contacteerde met een nieuwe eis van Christophe Convent die voor De Persgroep de onderhandelingen voerde, gaf ik hem zijn zin. Ik wilde gewoon dat blad TV-Familie uitgeven en mijn strategisch plan uitrollen om van Dag Allemaal de onbetwiste leider van de tv-bladenmarkt te maken. Dat verklaarde waarom ik uiteindelijk besliste TV-Familie reeds uit te brengen op 2 maart 1995, maanden vooraleer het nieuwe contract zou worden ondertekend. Ik gaf het enige wapen uit handen waarmee mijn onderhandelaar op de onderhandelingen had kunnen wegen.

TV-Familie werd een bescheiden en winstgevend succes zoals ik had voorzien. Het blad vervulde perfect de opzet waarvoor ik het gecreëerd had. Het stopte de groei van andere populaire familiebladen en de Nederlandse import van Privé en Weekend hield het na enkele maanden reeds voor bekeken. Tegelijkertijd creëerde TV-Familie de ruimte voor Dag Allemaal om zich volop te kunnen concentreren op zijn strijd met Humo om uiteindelijk het meest verkochte en meest gelezen tijdschrift van het land te worden zoals de stijgende cijfers van die periode illustreren:

Ingebrekestelling Christian Van Thillo zie de cijfers

Zoals ik reeds eerder schreef, ik hield niet zoveel paperassen bij. Voor ik vertrok in 2000 kon ik nog op de valreep wat cijfermateriaal bekomen van een boekhouder. Je hebt eerder kunnen lezen hoe Christian Van Thillo het in zijn ingebrekestelling van 26 mei 2000 had over de ‘ongunstige evolutie van de resultaten van Sparta’ en hoe hij zich daarmee ‘hopeloos belachelijk had gemaakt naar zijn collega’s en bestuurders toe’.

Het was eens wat anders dan wat Christian Van Thillo amper anderhalf jaar eerder had verklaard aan Isabel Albers voor haar artikel over De Magazinemakers in De Standaard van 30 juli 1998:

318 miljoen winst op een omzet van 1,2 miljard fr., een winstverhouding van 26 procent:’ Dat is een uitstekend rendement. Weinig tijdschriftenconcurrenten in binnen- en buitenland doen ons dat na. Ter vergelijking: VNU wil bij dochterbedrijf Mediaxis, de grootste concurrent van Sparta op de tv-bladenmarkt, 15 procent return on sales gerealiseerd zien.’

In tegenstelling met wat Christian Van Thillo in de ingebrekestelling beweerde, bleven de financiële cijfers van Sparta van 1995-1999 schitterend. Nieuwe bladen werden gecreëerd waarvan het rendement nog negatief of bescheiden was maar het groeipotentieel groot. Bovendien kreeg ik geen inzicht over wat er intercompany heen en weer werd gefactureerd. Het resultaat zou negatief beïnvloed zijn geweest door schimmige schommelingen in de papierprijzen.

Bij dit resultaat van Sparta 1995-1999 moet ook nog mijn aandeel van de 15 procent van de bruto contributie opgeteld worden om een volledig beeld van de financiële situatie te krijgen. 

Het financiële resultaat van Sparta 1995-1999

Ingebrekestelling dit zijn de cijfers

GECONSOLIDEERDE CIJFERS VAN DE PERSGROEP MET INBEGRIP VAN SPARTA 1995-1999

De cijfers van Sparta zijn nog veelzeggender als je de geconsolideerde cijfers van de ganse Persgroep ziet, met inbegrip dus van Sparta.

Ingebrekestelling Van Thillo

 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN DE DIVERSE BUSINESS UNITS VAN DE PERSGROEP PER 31 DECEMBER 1998

Ingebrekestelling Christian Van Thillo

Lanterfantende graaier

Op de alinea over de ‘ongunstige evolutie van de resultaten ‘ volgde een ander merkwaardig zinnetje in zijn ingebrekestelling dat mij tot voor kort was ontgaan. In zijn boek ‘De Belg. Christian Van Thillo, de mediakoning van de Lage Landen’ (2024) onthulde Mark Koster hoe ik op de werkvloer van de redacties van De Persgroep/DPG Media gepercipieerd wordt als een graaier die er op de koop toe amper iets voor deed. Hij sprak o.a met ex- en hoofdredacteuren van De Morgen en Het Laatste Nieuws, Wouter Verschelden, Bart Eeckhout, Paul Daenen, Yves De Smet, Ludwig Verduyn, columnist Jan Segers, en een aantal journalisten die alleen naamloos wilden praten. Het zinnetje illustreert perfect hoe ik doelbewust werd geframed en hoe mijn ‘reputatie’ doelbewust werd gecreëerd :

‘Hetzelfde geldt in feite voor alle medewerkers van De Persgroep. We verwachten van hen dat ze hard en loyaal werken aan de toekomst, en zij doen dat inderdaad met veel overgave. Ze begrijpen dan ook niet waarom de groep zo’n publieke vernedering dient te ondergaan van juist de persoon die we het best vergoeden en die het minst presteert.’

Publieke vernedering? Een persoon die we het best vergoeden? Die het minst presteert?                        

Het was een en al misleiding die op de topmensen en de hoofdredacteuren van De Persgroep werkte als een rode lap op een stier. De afgunst was enorm wat te begrijpen was in de context van de verwarring die doelbewust werd gecreëerd door mij te catalogeren als een medewerker van De Persgroep die het meest verdiende en er het minst voor deed. Het inspireerde ambitieuze directeuren en journalisten van de groep om hun eigen agenda na te streven en schaamteloos mee te draaien in het roddelcircuit. Mijn plaats van directeur-uitgever en hoofdredacteur kon wel eens vacant geraken.                                                                                                 

De aantijgingen waren een en al misleiding. De publieke vernedering ging over mijn verontrustende analyse over de kwalijke evolutie van de pers naar aanleiding van wat er in 1999 was gebeurd bij de Los Angeles Times. Een nieuwe directeur ‘broke down the wall between church and state’. Ze sloopte de muren tussen de redactie en de commercie. Na protest van de hoofdredactie en de redacteuren die ontdekt hadden dat ze redactionele projecten had doorgedrukt om adverteerders ter wille te zijn, was ze moeten opstappen.

Het gespin van mijn statuut sloeg nergens op. Ik werd niet vergoed. Ik was nooit een werknemer van Christian Van Thillo en hij was nooit mijn werkgever.  We hadden een partnership. ik had mijn rechtmatig deel van het financieel resultaat van de bladen die ik creëerde, en daar was geen frank van gestolen. Christian Van Thillo ontving een veelvoud waarvoor hij niets deed. Ik kon daar mee leven, hij blijkbaar niet.

Mijn exclusieve samenwerking van 27 jaar met de familie Van Thillo getuigde van een uitzonderlijke trouw en loyaliteit. Begin de jaren ‘90 had André Leysen, de vader van Thomas, mij gevraagd of ik hoofdredacteur van Het Nieuwsblad wilde worden. Ik zei hem letterlijk dat ik geflatteerd was door zijn verzoek maar dat ik ‘getrouwd ben met de Van Thillo’s.’ Hij had daar begrip voor. 

Ik had me gedurende 27 jaar kapot gewerkt.    

Volgende keer: Het conclaaf van de briefschrijvers

Bezoek ook onze homepage " Manbijtmedia" of Falende Rechtsstaat


#Ingebrekestelling #ConflictVanThillo #Partnershipbreuk #PersoonlijkGetuigenis #JuridischeStrijd #Mediawereld

Reacties zijn welkom. Vragen ook. Laat je gidsen door de wijze woorden van Albert Camus. Honoreer je vrijheid door niet te liegen. Houd het beschaafd. Extremisme vanuit welke hoek ook heeft hier geen plaats.

Reacties op artikelen kunnen anoniem geplaatst worden indien je vreest voor represailles of je job.

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

Blijf op de hoogte wanneer er een nieuw artikel is geplaatst