Falende rechtstaat, klassenjustitie (1)

May 27, 2025

Een commoner moet zijn plaats kennen

Ik geloof niet zo gauw in complottheorieën. Maar wanneer Christian Van Thillo in 1993 in het Nederlandse Elsevier Magazine zijn visie over de staat van de democratie in Vlaanderen uitlegde, was daar beter wat meer aandacht aan besteed. Zijn verontrustende visie op de democratie en de rechtsstaat ontging ook mij op dat moment. Ik zou er brutaal mee worden geconfronteerd:

“Ach België, dit land is zo klein dat het schier onmogelijk is hier een democratisch bestel uit te bouwen. Het ons-kent-ons-gevoel staat een scheiding van machten in de weg. Zeker Vlaanderen is een wespennest van irrationele machtsfactoren, van schaduwbewegingen.”

Kwalijke praktijken

Begin 1997 reeds had ik kunnen weten dat er binnen mijn partnership met de bankiersfamilie Van Thillo krachten op uit waren om mij en mijn redactie te ondermijnen en mijn exit voor te bereiden. Vanaf 1974 tot 1990 verliep onze samenwerking vooral via de directeur van Sparta, Jacques Boesmans. Uitgever Ludo Van Thillo schitterende vooral door zijn afwezigheid. Uitgeverij was trouwens een te groot woord voor Sparta. Ze gaf het verlieslatende weekblad De Post uit, een lokaal reclameblad Publi-Post, het maandblad voor tieners Hitorama en twee verlieslatende kwartaalbladen Popshop en Hitposter.

Het enige blad dat wat winst genereerde was Hitorama. De drie tienerbladen werden ineen geflanst door een freelancer zonder eigenlijke redactie die vanuit thuis werkte. Hitorama verloor constant marktaandeel aan Joepie dat ik op 28 februari 1973 had gelanceerd in eigen beheer. Het waren in de eerste plaats drukorders voor de familiedrukkerij Astra waar Joris Van Thillo, de broer van Ludo, de plak zwaaide.

De Post vertolkte het conservatieve Vlaamse nationalisme van de patriarch Bill Van Thillo. Het weekblad zou nooit worden opgedoekt zolang hij leefde. Publi-Post was chronisch verlieslatend omdat het meer diende als een zelfbedieningszaak voor de familie. De advertenties werden grotendeels betaald in natura, in producten van de adverteerders.

Vanaf de jaren ‘90 kwam de derde generatie aan de macht, vertegenwoordigd door Christian Van Thillo, de zoon van Ludo, en zijn schoonbroer Christophe Convent. Zij hadden hun handen vol met de puinhoop die Ludo had achtergelaten. Een kluwen van verlieslatende media-activiteiten van Brussel tot Parijs. ‘Mijn tropenjaren’, alludeerde Christian daarover in interviews en tijdens speeches voor de advertentiewereld. Sparta, de ‘parel van De Persgroep’, was de enige moneymaker dankzij de tijdschriften, specials en afgeleide producten die ik sedert onze samenwerking vanaf 1974 had gecreëerd. 

Vanaf 1991 begon Christian zich aan Sparta te interesseren. In zijn zog volgde de commercieel directeur van Het Laatste Nieuws, Eric Claeys. De conflicten stapelden zich vanaf dan op. Nooit werd er iets aan gedaan, ondanks de vele vragen en smeekbedes van mij en mijn redactie om te stoppen met de ronduit kwalijke praktijken die de integriteit en de onafhankelijkheid van de redactie aantastten en het succes van Dag Allemaal ondermijnden.

Er was de aanslepende vete met Goedele Liekens en commercieel directeur Eric Claeys die alles uit de kast haalden om de scherpe recensies van Mathias Danneels in Dag Allemaal over bepaalde tv-programma’s van haar te verbieden. Er was de vaststelling dat showbizz journalist Marc Coenegracht de primeurs pikte uit Dag Allemaal en die op dezelfde dag, de dinsdag, publiceerde in Het Laatste Nieuws; een deel van de oplage van Dag Allemaal was reeds op maandagochtend in de magazijnen van de krant voor verspreiding, de rest was kinderspel.

Er was de achterbakse manier waarop de exclusieve voorpublicatie van Dag Allemaal van de Samson & Gert-strip eenzijdig werd verbroken door Hans Bourlon en Gert Verhulst op eis van Eric Claeys waarna de strip in Het Laatste Nieuws verscheen. Er waren de schriftelijke aanklachten van Coenegracht, Liekens en Bourlon en Verhulst die bleken geredigeerd te zijn onder toezicht van Christophe Convent tijdens een tweedaags conclaaf van 8-9 juni 2001. Ik kom er in latere posts uitgebreid op terug.

Er was de georkestreerde manier waarop Jaak Smeets en Christian Van Thillo een van mijn beste krachten Johan Verstraete aanwierven voor Het Laatste Nieuws zonder mij daarover aan te spreken ; ze verleidden hem met een aanzienlijke loonopslag waarvoor ik reeds herhaaldelijk had gepleit voor de beste krachten van Dag Allemaal maar waarvoor nooit ruimte was ; toen Johan vernam welk spel er werd gespeeld en Christian Van Thillo vlakaf ontkende dat hij hem had ontmoet en hem een ondertekend contract had opgestuurd, besliste hij bij Dag Allemaal te blijven. Er was de mislukte lancering van mijn nieuw maandblad Netwerk en de desastreuze promo-campagne die TV-Familie een enorme boost had moeten geven en waarvoor Eric Claeys en zijn commerciële dienst verantwoordelijk was geweest; een jaar daarna verweet Christian Van Thillo mij dat Netwerk en TV-Familie hun targets niet hadden gehaald.

Er waren de dreigementen en zelfs chantage om een beladen VTM-dossier niet te publiceren. En er was een pijnlijk telefonisch incident tussen Klaus Van Isacker en mij in februari 1997. Vijf jaar later, in 2001 werd ik voor het eerst geconfronteerd met een brief die Van Isacker daar toen op 17 februari 1997 over zou hebben geschreven aan Christian Van Thillo. En meer dan 10 jaar later, in 2014, werd ik er mij pas van bewust dat er met die brief wellicht meer aan de hand was dan de desinformatie die er over mij instond. Het zou om een schriftvervalsing gaan.

Relationele problemen

Christian Van Thillo schreef mij voor de allereerste keer officiële brieven, op 10 januari en op 21 februari 1997, onder het goedkeurend oog van zijn schoonbroer Christophe Convent. Daarin had hij het over het feit ‘dat de tijd inderdaad aangebroken is om uw samenwerking met Sparta te evalueren’ en het te hebben over de ‘terug gerezen relationele problemen.’  Die relationele problemen werden omschreven met container begrippen zoals ‘vijandige houding’, ‘aanzwellende lastercampagne’ of ook nog ‘afwijking contractuele afspraken’, op basis van niet nader gepreciseerde feiten en niet nader genoemde bronnen.

Ik viel van mijn stoel. Ik dacht dat Christian Van Thillo het ging hebben over de lijst van klachten waarmee mijn redactie en ik hem de voorbije jaren meermaals hadden geconfronteerd maar waar hij nooit wat aan wilde doen. Hij deed alsof ze niet bestonden. ‘Bagatellen’, beweerde zijn rechterhand Eric Claeys die als commercieel directeur van Het Laatste Nieuws er alles aan deed om het succes van Dag Allemaal te kapen voor zijn krant.

Ik reageerde geschokt en emotioneel. Waar hadden ze het in over? Ik had niet door dat het de aanzet was voor een dossier dat in de loop der jaren zou uitgroeien tot een samenraapsel van desinformatie, georkestreerde verklaringen en een vals narratief dat tot vervelens toe zal worden herhaald telkens met altijd dezelfde specifieke woordkeuze en omschrijvingen.

Achteraf gezien had ik eerst tot rust moeten komen vooraleer een antwoord te formuleren. Het was verstandig geweest om er een advocaat bij te betrekken. Elk woord, elke zin die ik aan het papier toevertrouwde, had ik met uiterste zorg moeten wikken en wegen. Ze bleken achteraf ook nog eens uitstekende spindokters te zijn.

De storm ging liggen, de evaluatie bleef uit. De bestaande bladen Joepie, Dag Allemaal, TV-Familie en Goed Gevoel deden het schitterend.  Ik lanceerde tussen 1997 en 2000 nog Autowereld en Genieten. 

Window dressing

Sprong voorwaarts. Na mijn interviews in De Tijd en Gazet Van Antwerpen van 6-7 mei 2000 stelde Christian Van Thillo mij officieel in gebreke. Hij pikte het niet dat ik de journalisten waarschuwde voor de groeiende commercialisering van de pers, de druk op de onafhankelijkheid van de redacties en de gevaren van de toenemende mediaconcentratie. Hij greep de interviews aan om mij te beschuldigen van een ‘zware fout’ en een ‘vertrouwensbreuk ‘, erg rekbare begrippen.

Ik begreep niet waarom Christian Van Thillo zich niet hield aan wat was overeengekomen. In de contracten van 1995 was opgenomen dat we onderlinge geschillen waar we niet uit geraakten, zouden voorleggen aan de arbitragerechtbank Cepina, het Centrum voor Bemiddeling en Mediatie. In plaats daarvan speelde hij rechter en partij. Hij zegde de samenwerking eenzijdig op met zijn officiële ingebrekestelling van 26 mei 2000.

In deze zes pagina’s tellende brief herhaalde hij de beschuldigingen die hij reeds in de brieven van 10 januari en 21 februari 1997 had gesuggereerd. Hij voegde er nog wat nieuwe beschuldigingen en leugens aan toe. En hij besloot zijn brief:

"Na overleg in de Raad van Bestuur heeft Christophe Convent de opdracht gekregen om dit probleem definitief op te lossen., vandaar de ingebrekestelling. Ik vind dit bijzonder spijtig, maar het was uw keuze, het weze dan ook zo.’"

De autoriteit van die Raad van Bestuur moest met een grove korrel zout genomen worden.  Voorzitter Ludwig Criel liet zich dat terloops ontvallen in een interview in De Standaard: ‘Het beleid is in handen van het management. Christian Van Thillo leidt en animeert de groep.’  De bestuursleden zaten er niet zozeer om de corporate governance te waarborgen maar omwille van hun connecties en de tentakels van hun macht.

De Raad van Bestuur van De Persgroep bestond op dat moment uit, benevens voorzitter Ludwig Criel (COO van de Compagnie Maritime Belge van de familie Saverijs, ex-Boelwerf ) , investeerder Léon Seynave (Brantano, Fun, AS Adventure, Carpetland, e-commerce Vente-Exclusive), projectontwikkelaar Eric Verbeeck (Interbuild/BAM, CMB) en het familieduo dat het voor het zeggen heeft. Christian “leidt en animeert” en zijn schoonbroer Christophe Convent opereert achter de schermen, de ‘simultaan meester-schaker’ zoals hij door een trouwe Persgroep-man Koen Clement in een interview werd getypeerd.

De broer van Christian, Emmanuel, was sedert het debacle met het investeringsfonds Het Financiehuis waarvan hij CEO was, gedegradeerd tot bankzitter. Het fonds was door de Bankcommissie in 1995 opgedoekt nadat er massaal belastingfraude was ontdekt. En er was recent een verassende onafhankelijke nieuwkomer in het bestuur opgenomen , het gewezen socialistische boegbeeld Karel Van Miert. Hij zou mee de corporate governance versterken, werd in de zakenkrant De Tijd gesuggereerd. 

Carte blanche

Totaal overstuur schreef ik in een ruk een emotionele reactie waarin ik de relationele problemen benoemde waarover hij het niet wilde hebben. Ik contacteerde een advocaat om met een kort geding de ingebrekestelling te voorkomen. Een kort geding is een procedure met hoogdringendheid. Het was een paniekreactie. Ik had gewoon de ingebrekestelling moeten negeren en de zaak voorleggen aan Cepina zoals contractueel was overeengekomen. Christophe Convent had me destijds overtuigd voor een arbitrage te kiezen om mogelijke contractuele meningsverschillen op te lossen, met de argumenten dat zo’n arbitrageprocedure sneller en goedkoper is. In de praktijk zou dat danig tegenvallen.

In 1995, bij de ondertekening van de contracten, was ik er eigenlijk van uitgegaan dat we in de tien jaar die we nog voor de boeg hadden geen grote conflicten zouden hebben.  Sparta deed het uitstekend. Het was de moneymaker. De financiële resultaten waren uitzonderlijk. Respect voor de redactionele onafhankelijkheid en voor de basics van het vak hoefden de gezondmaking van zijn kranten niet in de weg staan.

Klassenjustitie in de Belgische media, kortgedingrechter Evrard Janssens de Bisthoven
Evrard Janssens de Bisthoven (foto:Bollen)

Mijn eerste kennismaking met justitie was meteen een enorme ontgoocheling. Ik vroeg aan de alleen zetelend kortgedingrechter om mijn recht op vrije meningsuiting niet als een zware fout te bestempelen. Ik vroeg dat de contractuele clausule over arbitrage zou worden gerespecteerd om onze meningsverschillen te beslechten. Ik vroeg om de ingebrekestelling af te wijzen zodat ik als uitgever van Sparta aan de slag zou kunnen blijven wat voor mij op dat moment de absolute prioriteit was.

De alleen zetelend kortgedingrechter Evrard Janssens de Bisthoven gaf me ongelijk met zijn arrest van 6 november 2000. Want, oordeelde hij, er dreigde geen onherstelbare schade voor mij. De Persgroep was gerechtigd de samenwerking stop te zetten en mijn auteursrechten in te pikken. Het deed er niet toe of De Persgroep de contracten had gerespecteerd. De rechter keek evenmin naar de proportionaliteit van hun beslissing. Ook de vraag of de zwakkere partij geen beschermende maatregelen verdiende, werd niet in overweging genomen. Mijn recht op vrije meningsuiting over een belangrijk maatschappelijk probleem deed er niet toe.

Mijn carrière was over, de geldkraan mocht dicht. Ik stond op straat. Met de rug tegen de muur geplakt. Christian Van Thillo kreeg carte blanche om me als een hond op straat te zetten en mij compleet te broodroven, een hold up op klaarlichte dag onder de auspiciën van de rechtstaat. De rechter ontnam mij op dat cruciaal moment alle middelen om voldoende gewapend aan de arbitrage te kunnen beginnen. Isabel Albers had de primeur van het vonnis. Ze publiceerde het in De Standaard van 9 november 2000. Ze herhaalde nog eens de leugens die ze reeds in De Standaard van 30 juli 1998 had gelanceerd. Ze voegde er nog wat nieuwe aan toe die tot de breuk van mijn partnership met De Persgroep zouden hebben geleid. Ze quoteerde Christophe Convent met wie ze had gebeld. Mij contacteerde ze niet.

Rechter Evrard Janssens de Bisthoven ontnam mij alle kansen op een eerlijke rechtsgang

Evrard Janssens de Bisthoven had het zich nochtans gemakkelijk kunnen maken. Hij had ons kunnen door verwijzen naar de arbitrage zoals in de contracten was voorzien. Hij deed dat niet. Integendeel, hij zette met een bizarre kronkel alles op zijn kop.  Als ik wilde aantonen dat de overeenkomsten onterecht verbroken werden door Christian Van Thillo, moest ik naar de arbitragerechter zoals contractueel was voorzien. Voilà, dat was het. De vertrekkende gevolgen voor mij waren het minste van zijn zorgen.

Ancien regime

De alleen zetelend rechter Evrard Janssens de Bisthoven was een edelman met stamboom. Hij was een telg uit een oudadellijk geslacht, dat de voorbije eeuwen hoge magistraten, diplomaten en militairen heeft voortgebracht. Hij woonde met zijn echtgenote en vier kinderen Clémentine, Nicolas, Elodie en Bérénice in een prachtige zeventiende-eeuwse patriciërswoning, met vijf slaapkamers, drie badkamers en een aantal bijgebouwen op een landgoed in Pepingen in het Pajottenland. Ze verhuurden een appartement in Knokke.

Evrard Janssens de Bisthoven verscheen regelmatig in de Carnet de la Libre Belgique waarin ook de Vlaamstalige adel in het Frans zijn familiegebeurtenissen aankondigt, een huwelijk, een geboorte, een overlijden. Hij was vermogend, hoogopgeleid, en genoot van een zeer geprivilegieerde maatschappelijke positie. Hij was een exponent van een elitaire bovenlaag, die me aan het ancien régime deed denken. Bewijzen was onmogelijk, maar voor mij was het duidelijk dat die man in een ander universum leefde en veel meer geneigd zou zijn begrip te tonen voor de argumenten van een partij die deel uitmaakte van diezelfde elite en het establishment. Een ons-kent-ons-club waar ik niet bij hoorde. Ik had geopperd om hem te wraken. Mijn toenmalige advocaten vonden het geen goed idee. Een commoner uit Overboelare moest zijn plaats kennen.

Het arrest van de Bisthoven werd tot tweemaal toe vernietigd in beroep, op 31 mei 2001 en op 10 januari 2006. Christian Van Thillo moest de situatie herstellen van voor zijn ingebrekestelling, en dat zolang er geen definitieve uitspraak was die met geen enkel rechtsmiddel nog kon worden betwist. Hij moest mij verder laten werken en mijn financiële rechten blijven betalen. Zelfs de eerste arbitrale sententie van 14 februari 2002 kon daar niets aan veranderen zolang niet alle rechtsmiddelen waren uitgeput en dat was het geval. Ik was er onmiddellijk tegen in beroep gegaan.

De eerste arbitrage had De Persgroep financieel gespaard en mij met een fractie van waar ik recht op had naar huis gestuurd.  Ze werd trouwens ook vernietigd, door de rechtbank van eerste aanleg op 22 september 2003. Mijn toenmalige advocaten hadden de bal maar in het open doel in te koppen. Dat zou betekend hebben dat ons partnership moest verdergezet worden en mijn financiële rechten moesten betaald worden tot juni 2005, het einde van onze contracten. Maar er gebeurde niets.

Vrouwe Justitia had mij schromelijk in de steek gelaten. Het kwaad was geschied. De uitspraak van de Bisthoven bepaalde op dat moment de context van de juridische strijd die me te wachten stond, ondanks dat zijn arrest tot twee keer toe in beroep zou worden vernietigd. Ik was er zodanig door aangeslagen dat ik nauwelijks in staat was om aan mijn verdediging voor de arbitrage te beginnen. Het werd een nachtmerrie die me mentaal, fysiek en financieel aan de rand van de afgrond zou brengen.

Volgende keer: De ingebrekestelling: een rode draad van verzinsels

Bezoek ook: Homepage Manbijt Media

#klassenjustitie #rechtstaat #mediakritiek #manbijtmedia #omerta #mediaconcentratie

Reacties zijn welkom. Vragen ook. Laat je gidsen door de wijze woorden van Albert Camus. Honoreer je vrijheid door niet te liegen. Houd het beschaafd. Extremisme vanuit welke hoek ook heeft hier geen plaats.

Reacties op artikelen kunnen anoniem geplaatst worden indien je vreest voor represailles of je job.

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

Blijf op de hoogte wanneer er een nieuw artikel is geplaatst